Regelmatige controle door de gebruiker.
De eigenaar/gebruiker moet alle draagbare blustoestellen en brandslanghaspels regelmatig inspecteren op zichtbare kenmerken zoals aanwezigheid, toegankelijkheid, gebruiksklaar, onbeschadigd, juiste gebruiksaanwijzing.
Tijdens het jaarlijks onderhoud ontvangt de eigenaar/gebruiker van ALRO een Ri&E lijst van de blusmiddelen. Hierop staan alle blusmiddelen, metingen en of de blusmiddelen goed toegankelijk en gebruiksklaar zijn. Ook wordt hierop vermeld welke blusser het volgende jaar bijvoorbeeld een uitgebreid onderhoud of revisie moet hebben.
Jaarlijks onderhoud brandblusser door een REOB-monteur.
Het blustoestel dient jaarlijks te worden gecontroleerd door een REOB-gediplomeerde monteur van een door het NCP gecertificeerd REOB-bedrijf.
Tijdens dit onderhoud wordt de blusser gekeurd volgens NEN 2559. De service voorschriften van de levenancier vertellen de REOB-monteur wat hij elk jaar moet doen en welke onderdelen hij eventueel jaarlijks moet vervangen. Eventueel defecte onderdelen worden ter plaatse vervangen. Na de keuring verteld de monteur wat hij heeft gedaan en eventueel heeft vervangen.
Vijfjaarlijks uitgebreid onderhoud aan een brandblusser door een REOB-monteur.
In het 5e, 10e en 15e jaar na de productiedatum wordt het blustoestel onderworpen aan een uitgebreide controle.
Alle schuimblustoestellen worden tijdens deze controle aan de binnenzijde gecontroleerd of de coating nog goed is en of er geen corrosie in de cilinder zit. Na deze inspectie komt er ook een nieuwe vulling in.
Revisie aan een brandblusser bij 10 jaar door een REOB-monteur.
In het 10e jaar na de productiedatum wordt het blustoestel volledig gedemonteerd en geledigd.
Cilinders van Co2 blussers en patronen worden op druk beproefd, de rompen van alle type blustoestellen worden indien nodig beproefd op druk.
Slangen en pistool moeten eveneens beproefd worden. zonodig worden andere onderdelen vervangen.
Na de drukproef wordt de blusser voorzien van een nieuwe vulling.
Maximale leeftijd van een blusser.
De levensduur van draagbare blustoestellen en onderdelen daarvan is vanaf 1 januari 2004 gesteld op maximaal 20 jaar. Daarna moeten deze draagbare blusmiddelen buiten gebruik worden gesteld.
De afgekeurde brandblussers moeten worden verwijderd uit het bedrijf. Het afvoeren van deze blussers wordt uitgevoerd volgens de milieuwetgeving.
U dient dan niet alleen rekening te houden met kosten voor vervanging, maar ook voor de verwijdering.
Jaarlijks onderhoud aan een brandslanghaspel door een REOB-monteur.
De brandslanghaspel dient jaarlijks te worden gecontroleerd door een REOB-gediplomeerde monteur van een door het NCP gecertificeerd REOB-bedrijf.
Tijdens dit onderhoud wordt vastgesteld dat de doorstroom en statische druk in de waterleiding stabiel en voldoende is om een juiste werking van de brandslanghaspel als blusmiddel te garanderen.
De service voorschriften van de leverancier vertellen de REOB-monteur wat hij elk jaar moet doen en welke onderdelen hij eventueel jaarlijks moet vervangen. Eventueel defecte onderdelen worden ter plaatse vervangen. Na de keuring verteld de monteur wat hij heeft gedaan en eventueel heeft vervangen.
Beproeven haspelslang door een REOB-monteur.
De slang van een brandslanghaspel wordt elke 5 jaar beproefd volgens de NEN-EN 671-3. hierdoor weten we of de bewapening van de slang nog sterk genoeg is. Deze extra werkzaamheden vinden plaats naast het jaarlijks onderhoud van de brandslanghaspel.